Garantie tot aan de deur of toch verder?

Iedereen kent wel de verhalen over de garantie tot aan de deur. En als je zelf iets koopt, ben je daar niet altijd blij mee. Maar welke garanties geef jij als ondernemer aan je klanten? En kun je ze ook waarmaken?
Met garantie bedoelen we vaak de fabrieksgarantie. Daarmee geeft de fabrikant aan dat hij instaat voor de kwaliteit van het product. En dat het voldoet aan wat hij belooft. Maar op zich is garantie alleen een term waarmee je aangeeft dat je ergens voor instaat. Als ondernemer kun je je klant de garantie geven dat je een goed product levert. En dat dat product ook voldoet aan de eisen die je klant daaraan mag stellen. Toch zitten er aan het bieden van garanties een aantal belangrijke haken en ogen.
In de wet zijn regels vastgelegd over garantie op een product. Die garantie houdt in dat een product moet voldoen aan wat je er redelijkerwijs van mag verwachten. Dat gaat niet alleen over wat een product kan, maar ook hoe lang het meegaat. Op Europees niveau is afgesproken dat daarvoor bijvoorbeeld 2 jaar geldt. Maar Nederland heeft ervoor gekozen om dat niet op te nemen. Daarom staat er in de Nederlandse wet dat een product ‘deugdelijk’ moet zijn. Dat kan dus ook langer dan 2 jaar zijn. Van een wasmachine die je normaal gebruikt mag je bijvoorbeeld verwachten dat die langer dan een paar jaar meegaat. Maar zelfs op een hamster zit in sommige situaties een garantie van 6 maanden.
In veel leveringsvoorwaarden is een garantie opgenomen. Maar het is niet verplicht. Neem je een bepaling op over garantie? Omschrijf dan goed wat je bedoelt met garantie. En vergeet niet dat je de wettelijke rechten die een consument heeft niet mag beperken. Je mag bijvoorbeeld bij een wasmachine niet vermelden dat je maar een week garantie geeft. Denk dus goed na over wat je opneemt over de garantie en de termijn waarin je garantie geeft. Vaak neem je daardoor een grotere verplichting op je dan je normaal volgens de wet zou hebben. Voor je klant is het wel een extra zekerheid die weer vertrouwen geeft.
Vrijwel voor elk product geldt dat het minimaal 6 maanden mee moet gaan. Anders is het voor de wet een product dat niet goed is. Je kunt als ondernemer wel proberen het tegendeel bewijzen. Bijvoorbeeld als een product niet goed gebruikt is. Als je extra garantie hebt beloofd, geldt bovendien dat je nog moet bewijzen dat het niet onder die garantie valt. Lukt dat niet? Dan moet je het probleem oplossen.
Als je hebt vastgesteld dat je klant recht heeft op garantie moet je als ondernemer zorgen voor een oplossing. Je moet proberen het product te herstellen of te repareren. Lukt dat niet? Dan moet je een nieuw product leveren. Bovendien moet dat binnen een redelijk termijn en zonder dat je klant er veel last van heeft. Overigens ben je als ondernemer vrij om alleen het product te repareren, ook al wil je klant zijn geld terug. Heeft je klant ook schade door je product? Bijvoorbeeld aan je klant zelf of zijn spullen? Dan is dat vaak verzekerd op je aansprakelijkheids­verzekering voor bedrijven. De garantie die je geeft of moet geven vanuit de wet is niet verzekerd.